SM Espace


In 1971 bouwde het Centre d'Études et de Style van 'France Design Henri Heuliez' in opdracht van Gérard Queveau - destijds president-directeur van Citroën - tenminste twee SM's om.
 
Afbeelding invoegen 
Op basis van schetsen van Robert Opron ging een deel van het dak eraf zodat een T-roof ontstond die met zeven elektrisch te bedienen aluminium lamellen gesloten kon worden. Onafhankelijk van elkaar konden de dakhelften worden geopend en gesloten. Dak en zijruiten (voor en achter) konden met één druk op de knop tegelijk worden geopend. Op de achterruiten werden 'louvres' bevestigd, en de oorspronkelijke wieldoppen werden vervangen door glad gepolijste exemplaren. 
 
 Afbeelding invoegen

Het interieur was weelderig voorzien van crèmekleurig leer en groen alcantara/velours en verhoogde stoelen met geïntegreerde hoofdsteunen. Zelfs de kofferruimte was bekleed met crème leer.
Omdat de wagen niet verkocht raakte werd door Heuliez het interieur vervangen door een 'gewone' bruinleren bekleding. Ook de wieldoppen en de louvres zijn helaas verdwenen. En de kleur werd omgespoten naar Bleu de Brégançon. Vervolgens is deze wagen in de CadyCars-collectie van Thierry Dehaeck opgenomen en weer teruggerestaureerd naar de originele specificaties. 
Het tweede exemplaar is in bezit van een liefhebber en is zwart-wit van kleur.
 Afbeelding invoegen
 
In maart '72 gaf Citroën een leaflet uit met de 'Heuliez-carrosserie', maar de productie kwam niet van de grond. Het ontwikkelingswerk werd onder leiding van Yves Dubernard - directeur van het stylingcentrum van Heuliez - door Pierre Thierry ter hand genomen, in overeenstemming met Opron en in voortdurend contact met het Centre de Style van Citroën. Het interieur, evenals de lamellen op de achterruit en de speciale wieldoppen zijn uitgewerkt door Yves Dubernard.
 
Afbeelding invoegen
 
Op de dakconstructie rust inmiddels een internationaal patent dat later in Detroit regelmatig is gebruikt. Carrosier Heuliez bracht zelfs een officiële brochure uit van de SM Espace (zie het menu Brochures) en er zijn tot op heden geen zelfgebouwde exemplaren bekend.