SM verlichting
De imposante neus van de SM wordt "mede mogelijk gemaakt" door de handtekening van Robert Opron: 6 koplampen op rij. Waarvan de middelste 2 meedraaien met de stuurbewegingen. Enorm handig in de slecht verlichte binnenlanden van het Frankrijk van de jaren 70. Aan het eind van zijn carriére in 1989 zette Robert dit ontwerpmiddel nog 1 keer in: bij de Alfa Romeo SZ, het achterneefje van onze SM dat wat extra anabole steroïden heeft gekregen.
De meedraaiende koplampen waren oorspronkelijk ook uitgerust met hoogtenivellering en daarmee een van de meest geavanceerde analoge verlichtingssystemen ooit op een wagen geïnstalleerd. Door de jaren heen gaven veel hydraulische componenten van het meedraaiende mechaniek het op en zijn er alternatieven op de markt gebracht met kabelverbindingen. Werkt naar behoren, maar inmiddels is de revisie van het systeem door diverse partijen opgepakt en kan het geheel in originele staat hersteld worden.
Om de aerodynamica van het voorzijde te optimaliseren, heeft Opron - net als bij zijn ontwerp voor de DS-tweedeneus - een afdekking van glas over de koplampen heen gedrapeerd. Het beïnvloedde de efficiëntie van de SM-verlichting behoorlijk en was voor de Amerikaanse markt reden om bij de toelating te eisen dat dit - mede om veiligheidsredenen - verwijderd werd.
Vandaar dat de Amerikaanse neus het licht zag. Tot verdriet van de liefhebbers van het design van Opron, maar geen reden voor de Amerikanen om de SM de 1972 Motor Trend Car of the Year Award niet te laten winnen. Destijds de eerste buitenlandse winnaar van deze Award; het droeg zeker bij aan het aanvankelijke succes van de SM in het land van de onbegrensde mogelijkheden.
Soms duiken er vrije interpretaties op van de USA-neus. Men plaatst alsnog glas over de koplampen. Of men polijst het aluminium van de lamphuizen. Beide upgrades doen de neus zeker goed. Maar het wordt nooit zo mooi als de Europese neus...
De knipperlichten in de bumper zijn in 3 varianten uitgebracht. In volledig oranje, wit-oranje en volledig wit. Ook dat om te kunnen meebewegen met de eisen per land. Zo was in Italië volledig wit verplicht, terwijl de USA-SM juist volledig oranje had. Nederland en Frankrijk combineerden 2 kleuren en ga zo maar door. Een Italiaanse SM is trouwens ook gemakkelijk te herkennen aan de ronde pinker die op het voorspatbord gemonteerd werd. En een Zwitserse SM heeft de nummerplaat niet achter glas, maar heel klein op de bumper geschroefd gekregen.
De achterzijde van de SM kent evenveel variatie als de voorzijde. Ook hier weer door landelijke eisen, met name wat betreft de afmetingen van de kentekenplaat en de kleur van de achteruitrijlichten.
De landen waar een langwerpige plaat de norm was, hebben de mooiste achterkant. Een RVS-kentekenplaatverlichtingselement past evenwichtig in de vormen van de kont van de diva. Als een land een hogere kentekenplaat voorschreef, is dit element weggelaten en zijn er 2 zijlichten toegevoegd. De USA-SM heeft deze configuratie en ook Italiaanse SM's hebben deze opzet.
De achterlichten zijn van rood of oranje plastiek gemaakt, en de knipperlichten kennen eveneens naast de standaard oranje versie ook een rode. Het lijkt erop dat de USA-SM in het jaar 71 met volledig rood geleverd is. Ook de logoplaat in het midden is bij de USA-SM rood en bij andere landen oranje.
Al deze kleurmogelijkheden biedt huidige SM-rijders de vrijheid om de SM naar eigen wens af te stylen. Amerikaans knipperlichten met een rode middenplaat en oranje achteruitrijverlichting: er is veel mogelijk.
Aan de zijkant van de SM zijn het weer de Italianen en de Amerikanen die afwijkingen afdwongen. In de USA werden zijstrips gemonteerd en extra zijverlichting in rood en oranje aangebracht. Italië hield het gelukkig bij eenvoudige pinkers op het voorspatbord. Deze laat men meestal zitten als herinnering aan de Italiaanse oorsprong van een wagen.
De Amerikaanse toevoegingen verstoren de zijflanken van de SM zodanig dat de toevoegingen bij een spuitbeurt vaak vakkundig weggewerkt worden. In Amerika door een plaatje popnagelen en stucen, in Europa door netjes dichtlassen en bijslijpen tot de oorspronkelijke body weer benaderd wordt.
Van Opron zijn uitspraken bekend over zijn onvrede met de achterzijde. Hij bleek achteraf te twijfelen bij het vele inox met de hoornachtige opstekers aan de zijkanten van het achterwerk. Hij vond het teveel geworden. En inderdaad, de achterzijde is wat druk. Met name versies met witte achteruitrijlichten worden gekenmerkt door een verbrokkeld lijnenspel. Je ziet dat vroege persfoto's zelfs geretoucheerd waren om maar een volledige doorlopende lichtbalk te suggereren. Ook het kenteken met de originele achterplaat, verbreekt de logica van de belijning. Sommige SM-rijders opteren daarom voor een smallere kentekenplaat. Of een maagdelijke achterkant zonder platen...