Ledverlichting dashboard

Allereerst heb ik onderzocht, waarom de instrumentenverlichting zo ineffectief is. Ter lering en vermaak opende ik daartoe een snelheidsmeter (de constructie heeft wel wat weg van een sardineblikje). Dan zie je dat er helemaal geen lichtgeleider zit, maar slechts twee ‘lampenkapjes’ in een fraaie blauwe kleur. Niet groen, zoals we eigenlijk zouden verwachten! Het sardineblikje is van binnen wit gespoten, om als lichtkamer te dienen.
|
![]() |
![]() |
De eigenlijke snelheidsmeter ligt op een metalen plaat, die eenvoudigweg 98% van het licht tegenhoudt! Door een klein spleetje bij de kilometerteller en de buitenste rand kunnen maar een paar lichtstraaltjes doordringen, die vervolgens door een transparante plastic schijf gelijkmatig verstrooid worden.
|
![]() |
In de grafiek het spectrum van de originele 2W gloeilampjes: het licht is het sterkst in de kleuren geel/oranje/rood.
Door dit spectrum van de gloeilamp ontstaat oranje-geel licht. |
![]() |
En wat doen de lampenkapjes? Die laten vrijwel alleen lichtgolven door in het 450nm gebied! De blauwe kapjes filteren zo bijna het hele gloeilampspectrum weg en zorgen voor een aanzienlijk lichtverlies.
Er blijft alleen een beetje blauwachtig groen licht over. Alle andere lichtstralen worden eenvoudigweg door Citroën verdonkeremaand!
|
![]() |
Een led heeft bij blauw licht (450nm) juist een enorme piek in het spectrum! Een led heeft zijn piek dus exact in de kleur van de kapjes! Daardoor wordt de verlichting veel sterker en we zien tegelijkertijd de originele kleur van de kapjes!
|
Deze foto laat zien hoe de lichtopbrengst van een toch al weinig lichtgevend gloeilampje door de blauwe kapjes nog verder wordt gereduceerd. Er blijft niet veel meer over en de rest wordt door bovenstaande constructie nog verder verduisterd. Het valt te betwijfelen of men daar destijds bij stil gestaan heeft! |
![]() |
![]() |
Dit is de beste lichtbron voor snelheidsmeter, toerenteller en het klokje. De kubusvorm met vijf zijden zorgt voor een gelijkmatige verlichting van de lampenkapjes. Bovendien geven deze smd leds veel licht, zodat we een optimaal rendement verkrijgen. Tegelijkertijd is de opwarming niet zorgelijk hoog, bij een duurtest waren er in ieder geval geen problemen. De leds zijn op Marktplaats makkelijk te vinden.
|
![]() |
|
Voordat men de leds voor de SM kan gebruiken, moet wat voorwerk gedaan worden. Het punt is, dat de dit model led te groot is om direct in de lamphouders van de instrumenten te plaatsen. Dit ligt aan de kleine plastic hoekjes van de smd bouwelementen, zie de rode pijlen.
|

![]() |
In het bovenaanzicht kun je goed zien, dat er geen storende kanten meer uitsteken. Pas dan passen de leds zonder problemen in de instrumenten.
Voor het geval dat ze nog steeds niet passen: nog wat verder afvijlen! Niet bang zijn, de functionaliteit wordt er niet door beïnvloed. Verder zijn er geen aanpassingen nodig.
|


![]() |
Als we nu de originele fitting bekijken zien we dat één van de polen aan de buitenkant ligt. Bij het inschuiven van de fitting maakt zij contact met het huis van het betreffende instrument, en dus met massa (de minpool).
|
![]() |
Nu kijken we van boven in de fitting en markeren de zijde die contact maakt met het instrumentenhuis met een zwarte watervaste viltstift (b.v. Edding).
|
![]() |
Als volgende stap moeten we uitvissen, aan welke kant van de lampvoet van de led de minpool zit. Daarvoor kunnen we een 9 volt blokje gebruiken. Plaats contacten van de led zó op de batterij, dat de polen goed staan en de led brandt. |
![]() |
Gelukkig zijn bij een 9 volt blokje beide polen gemarkeerd, zodat we makkelijk kunnen aflezen, welke kant van de lampvoet we met ‘min’ verbonden hebben. Deze kant markeren we ook zwart met de viltstift. |
![]() |
Nu plaatsen we de led in de fitting, zodanig dat de drie zwarte markeringen keurig op een rij staan. |
![]() |
We schuiven de fitting met led in het instrumenthuis en herhalen dat vier keer, zodat in totaal vijf leds de drie instrumenten kunnen gaan verlichten. |

![]() |
De centrale console (het controleblokje met benzinemeter en temperatuurmeters) heeft ook blauwe lampenkapjes, daar gebruiken we dus dezelfde '5 in 1' smd leds (twee stuks). |
![]() |
Blauwe lampenkapjes! (net als bij snelheidsmeter, toerenteller en klokje) |
![]() |
Belangrijk is weer, om goed op de poling te letten. Ook zonder elektrisch schema kan de minpool snel worden vastgesteld: dat is de breedste leiding waar kleine schroefjes en moertjes inzitten. |
![]() |
De fittingen zijn dezelfde als bij het combi instrument. Ze moeten zodanig gemarkeerd en gedraaid worden, dat de minpool correct staat. |




![]() |
Bouw het centrale blokje met de benzine- en temperatuurmeters uit. De drie schroeven kun je niet over het hoofd zien! |
![]() |
Daarna alle schroeven van het de instrumentenplaat losmaken. Hou de verschillende schroeven goed uit elkaar! Als het goed is, zitten er ook schroeven in de onderzijde van het dashboard: |
![]() |
Daarna volgt het linker afdekplaatje en de schroeven daarachter. |
![]() |
Heel belangrijk: de schroeven aan het stuurhuis. Die hoeven niet geheel losgeschroefd te worden, alleen losdraaien zodat het instrumentenplateau los kan komen.
|
![]() |
Nadat alle schroeven verwijderd/losgedraaid zijn, kan de instrumentenplaat voorzichtig naar voren getrokken worden. Zodra weerstand wordt gevoeld, de snelheidsmeterkabel losdraaien. Vervolgens kunnen de stekkers van de kabelbomen losgenomen worden. |
![]() |
Langzaam de instrumenten naar voren trekken en alle kabels losmaken. Geen zorgen voor later, verwisseling is onmogelijk! |
![]() |
Tenslotte de instrumentenplaat naar links uitnemen. |
![]() |
Na uitbouw de instrumentenplaat op een tafel leggen en alle lampjes omwisselen, zoals eerder beschreven. |
![]() |
Het combi instrument met gemarkeerde en correct geplaatste fittingen met leds. |